Hadden we van Zevenaar 3 gewonnen, dan waren we er nu al zeker van geweest dat we ons weer in de derde klasse gehandhaafd zouden hebben. Helaas, het liep anders.
Aanvankelijk zag het er niet slecht voor ons uit. Bij Joop (met zwart) ging het er Siciliaans aan toe. Zijn tegenstander fianchetteerde beide Lopers, maar in de loop van de partij bleek hij daar geen kwade bedoelingen mee te hebben. Omdat ook Joop het initiatief niet durfde te nemen, eindigde de pot in wat heen-en-weer geschuif, waarop zijn tegenstander remise aanbood en Joop accepteerde dat. Deze partij is terug te vinden in onze database. (zie: Diversen en Partijanalyse en database DSG of klik hier.)
Frank, die inviel voor Emile, gaat opening en eerste helft middenspel steeds sterker spelen en stond, toen ik keek, een Toren en een pion voor in een verder prettige stelling. Het eerste volle punt leek binnen, maar Frank moet het spoor bijster zijn geraakt, want hij verloor. Dat was een tegenslag.
Joke, het hoge woord moet er maar eens uit, speelt als een kerel. Hoe zij het doet weet ik niet, maar ook nu weer kwam zij goed uit de opening, bereikte een volstrekt gelijkwaardig middenspel en voordat er naar een eindspel werd overgegaan, sleepte zij, nu voor de derde achtereenvolgende keer, een remise in de wacht.
Albert kwam overweldigend uit de opening en ging via een openliggend centrum met een pion, een Paard en de torens daarachter op de vijandelijke Koning af, die op de open d-lijn stond. Dat leek kat-in-het-bakkie. Maar toen zijn tegenstander met een Paard nog iets wou terugdoen en Alberts Koning aanviel, ging deze hoogwaardigheidsbekleder de verkeerde kant op, waarnaar er, als ik het goed heb onthouden, dubbele aanval kwam waardoor Albert een Toren verloor. Dat was een zware tegenslag.
Ben was vergeten dat we een wedstrijd hadden en arriveerde tegen negenen in de speelzaal. Dat kostte hem 55 minuten bedenktijd. Dat verschil in bedenktijd wist hij aardig in te lopen, maar wat hij aan tijd won, verloor hij positioneel. En toen stonden wij met 4 – 1 achter.
Jan deed op zijn 22ste zet een pion in de aanbieding en dacht daarmee een Dame te kunnen vangen. Zijn tegenstander sloeg en dacht toen te zien wat Jan had gezien. Daarom offerde hij een Paard tegen een pion. Analyse thuis leerde dat beide spoken zagen. Jan zwijnde. Tien zetten later won Jan weer een pion. Dat zou hem groot voordeel hebben opgeleverd, ware het niet dat zijn rechterhand de zet uitvoerde die pas een zet later had moeten worden uitgevoerd, zodat hij de pion weer kon inleveren. Vanaf dat moment waren de stellingen in evenwicht. Op de 62ste zet bood Jan remise aan, op de 87ste zet, toen Jan nog een Koning en een Loper had en zijn tegenstander nog 1 pion die geslagen zou worden, werd dit voorstel geaccepteerd.
Omdat er over het aanbieden van remise en over de manier waarop je met zo’n aanbod hoort om te gaan nogal wat misverstanden en onwetendheid blijkt te bestaan, zal ik binnenkort een kort cursusje hieromtrent schrijven.
Wat dit betekent, zie je hieronder.
Derde ronde Osbo Uitslagen 3H:
DSG 2 – Zevenaar 3 1½ - 4½
Doetinchem – Gendringen 2½ - 3½
Aalten – Zutphen 2 3 - 3
Rokade 2 – De Kameleon 2½ - 3½
Stand 3H: Mp Bp
1. Kameleon 6 12½
2. Zutphen 2 5 11
3. Gendringen 4 10
4. Aalten 3 8
5. Rokade 2 2 9
6. Zevenaar 3 2 8½
7. DSG 2 2 7
8. Doetinchem 3 0 6
ubbink transport
