ubbink transport

ubbink transport

Doetinchem 2 - Doesborgh 1 : 2 ½ - 1 ½


Dinsdagavond 28 november om kwart voor acht brandde in het Seniorentrefpunt  de strijd tussen ons viertal en dat van Doetinchem los . Omdat Emile de honneurs van teamcaptain mocht waarnemen , geeft hij hieronder de uitslagen door met enkele opmerkingen en daar weer onder een mini-verslag van het strijdgewoel zelf .

bord 1 zwart : Wim Lenderink 7114646  -  Emile Okel 8305891  (wit )            0 – 1
bord 2 wit :     Bram Zaalmink  8632360 -  Fons Leferink 7554668 (zwart )     1 – 0
bord 3 zwart:  Marije v.d. Hoff 8336251 –  Steffen Brouwer 7583202  ( wit )  ½ – ½
bord 4 wit:     Jan Berends –                     Frank vd Rijst 8322556 (zwart )     1 – 0

Zodat de totaaluitslag Doetinchem – Doesburg  2,5  -  1,5  is geworden .

Bij het noteren van de uitslagen gaf teamcaptain Marije v.d. Hoff van Doetinchem aan , dat van hun speler Jan Berends zijn bondsnummer weliswaar ergens  bekend was , maar niet bij het opschrijven van de gegevens voor  het uitslagenbriefje. Zij voegde hieraan toe dat iets dergelijks nog nooit problemen had opgeleverd.

Dan even de strijd zelf. Alle DSG –spelers hadden vooraf veel zin in de strijd en hun goede humeur werd door de uitslagen niet aangetast . Van Fons was ik niet zeker, omdat ik hem vooraf even begroette , maar ik hem tijdens de match kwijtraakte , waarschijnlijk omdat hij al vroeg puntloos vertrok en ik wellicht iets uit de koffie – automaat aan het verwijderen was . Wij hopen dat Fons toch – ondanks  zijn vertrek met stille trom -  enig  plezier aan zijn optreden heeft beleefd . Het enige dat ik van zijn partij noteerde, was dat hij opende via dezelfde e2 – e4 fantasie – opstelling die bij mij op het bord kwam, en in mijn geval gunstig uitwerkte . Helaas had Fons zwart !  
De vriendelijke teamcaptain Marije merkte over haar partij tegen Steffen op, dat Steffen aan een nederlaag ontsnapt was. 
Gelukkig voor hem en ons, want de eindfase van de derde partij , die van Frank, zag er niet echt lekker voor hem  uit : zijn koning werd toen net een beetje doodgedrukt door twee torens op de zevende rij . Wel had Frank toch geen echt slechte avond gehad, zoals bleek ! Net toen ik dacht dat het bij 1 – 3 voor Doetinchem zou blijven, kon ik mijn tegenstanders loperpaar halveren . Dat gaf, nadat ik de hele wedstrijd het initiatief had gehad, de doorslag.  Ik kreeg de zwarte koning in een gevangenkampje aan de zijkant van het bord, waarna het mat niet te keren bleek. Een draaglijke uitslag natuurlijk, die anderhalf tegen tweeënhalf, maar ik denk dat ons bescheiden kwartet iets beter moet kunnen spelen in het vervolg . We zullen zien .

Velp 2 – DSG 1: 4 - 4


We hadden het graag anders gezien.  Toen we vrijdagavond terugkeerden uit Velp, had bij het begin van de brug de fanfare klaar moeten staan om ons een feestelijke serenade te brengen. Aan de voet van de afrit was de weg geblokkeerd door enthousiaste inwoners die zelfs uit Beinum waren toegestroomd. Op een podium zou de burgemeester hebben moeten staan om op haar charmante wijze onze namen te verhaspelen terwijl ze ons eretekenen op de borst speldde. Ons!.. Het sieraad van Denkend Doesburg… Winnen met 8 – 0… Wat een sportlui… Wat een voorbeeld voor de jeugd…
Kennelijk was er iets misgegaan.

Het begon bij Albert, met wie het later nog goed kwam. In een Oerang Oetang kwam hij na vier of vijf zetten al een Toren achter. Dit had zijn tegenstander zijn hele lange schaakleven nog niet meegemaakt. Jaar in jaar uit had hij het valletje opgezet, niemand die erin trapte. En nu, op de vrijdagavond van de negende november in het jaar onzes Heeren 2018, had ie er dan eindelijk succes mee! Vijf zetten gespeeld, een Toren voor!! Glunderend en met het hoofd in de wolken speelde de gelukzalige verder. Dat ie daardoor geen goed zicht op de stelling op het bord meer  had, bleek wat later, toen Albert de materiaalverhouding weer rechttrok. En met een klap landde de man weer op aarde, toen hij zag dat Albert op drie manieren mat in één had.

Jan speelde tegen een vriendelijke jongeman die weinig ondernemingslust vertoonde en dus   geen zzp’er moet worden. Wel was hij zeer behulpzaam: rokeerde niet, voerde de zet  waarmee hij de schade kon beperken consequent niet uit, opende de lijnen die Jan voor zijn aanval nodig had. Zo kwam ie na 17 zetten al mat te staan.

Robbie viel aan op de stelling van een tegenstander die bekwaam verdedigde en al verdedigend doortrapte tegenkansen creëerde. Makkelijk viel het opgetrokken bolwerk niet te nemen en een belangrijk probleem was voor Robbie het vinden van een antwoord op de vraag: zal ik offeren of moet ik sluipend slopen? Hij koos voor het laatste en vrij snel bleek dat terecht te zijn.

En zo stonden we na drie partijen met 3 – 0 voor.

Chiel en zijn medemens hadden de boel stevig in elkaar geschoven. Weliswaar kon hij (Chiel dus) de stelling op de Damevleugel openen, maar daarvoor werd niet gekozen. In plaats daarvan werd er fors afgeruild. Toen de kruitdampen waren opgetrokken,  had zijn tegenstander een vrijpion die tot c3 was opgerukt. Dat zou geen probleem zijn geweest, als de vijandelijke Koning niet aan de wandel was gegaan en op zijn tocht niet op c2 terecht was gekomen. Nu was dat wel een probleem.

Hoe Patrick won is mij ontgaan, maar hij won en zo was met nog drie partijen die aan de gang waren de stand 4 – 1 in ons voordeel.

De aanval van Fred had niet doorgezet, de stelling zag er evenwichtig uit, niets aan de hand dus, ware het niet dat er mat in één in de stelling zat en dat Fred dat over het hoofd zag of even was vergeten.

Ben had lange tijd net zo’n gesloten stelling op het bord als Chiel had. Geduldig wachtte hij op zijn kans om de a-lijn open te breken en toen dat moment kwam, aarzelde hij geen moment. Met zwaar geschut nam hij de A-lijn in bezit, de winst leek nu voor het grijpen, maar helaas, een wanhoopstegenaanval van zijn tegenstander bracht Ben uit zijn evenwicht. In plaats van op zijn agressieve manier door te gaan, deed hij een verdedigingszetje dat nogal ontnuchterend uitpakte.

4 – 3 inmiddels en zo werd het toch nog spannend.

Hoewel, spannend, zo spannend was het nou ook weer niet, want de enige partij die nog aan de gang was, was die van Tony en die had weliswaar niet veel bedenktijd meer, maar het eindspel waarin hij was terechtgekomen was tamelijk overzichtelijk: Koning, Paard en een handvol pionnen tegen Koning, Loper en eenzelfde aantal pionnen. Dat leek tenminste op remise af te stevenen. Maar dit soort eindspelen is, ondanks de overzichtelijkheid,  natuurlijk razend ingewikkeld. Een verkeerd veld en je Paard is afgesneden, Koning naar rechts in plaats van naar links en je zit in tempodwang, dat is best heftig als je nog maar een halve minuut op de klok op hebt. Dan biedt die tien seconde bonus per zet ook geen soelaas. En zo kon het gebeuren dat Tony twee keer niet de sterkste voorzetting vond en zo eindigde de wedstrijd Velp 2 – DSG 1 in een gelijk spel : 4 – 4.
Na de nederlaag in de vorige ronde is dit gelijk spel een hele vooruitgang, maar het is niet iets om over naar huis te schrijven. Laat staan dat daarvoor ……. etc.
Dat ging dus mis.

DSG1- UVS3: 3½ - 4½

Dit was dus niet wat we verwacht hadden. 8 – 0, 8 – 1 desnoods, maar gekker moest het toch niet worden, want, laten we reëel zijn, met een gemiddelde teamrating van bijna twee honderd punten meer dan die van UVS behoorden die gasten uit Nijmegen geen schijn van kans te hebben. Maar ergens moeten er in diverse van onze hoofden bepaalde delen van hersengebieden niet goed met elkaar gecommuniceerd hebben, want het liep anders.

Het begon al met Paul. Die moest tegen iemand die Schoppema heet en die het weliswaar met 160 Elopunten minder moet doen, maar die natuurlijk niet voor niets zo heet en die, terwijl Paul een stuk voor stond en onbekommerd op de winst leek af te gaan, erin slaagde Paul uit zijn humeur en zijn doen te krijgen, waarna we al gauw de eerste nul te pakken hadden.

Daarna trok Robbie de stand in evenwicht, maar het eindspel dat hij won had hij net zo makkelijk  kunnen verliezen.


Chiel speelde tegen iemand van ongeveer gelijke sterkte en dat was op het bord te zien: remise dus.










Fred mocht het opnemen tegen iemand met 177 Elopunten minder, maar gaf hem dat vleugels, zelfvertrouwen? Het antwoord luidt: Neen!, hij kwam niet door de verdediging van zijn tegenstander heen en met een pion minder bood hij maar remise aan, wat geaccepteerd werd. Toen stond het 2 – 2 en was er nog van alles mogelijk, ook het onmogelijke, zoals zou blijken.

Eric met 1880 speelde tegen 1644. Hij koos consequent voor de meest ingewikkelde voortzetting, maar zijn tegenstander gaf geen krimp, liet zich niet intimideren, hield het hoofd koel en ook hier werd het remise.

Maar gelukkig was Ik daar nog. Ik ging een eindspel in met een Paard meer en een glad gewonnen stelling (Fritz gaf me daar +4,30 voor). Werkelijk onthutst was ik toen dat Paard vanuit het niets werd geslagen omdat mij even was ontgaan dat het in en ongedekt stond. Een paar zetten later bood mijn tegenstander remise aan, wat ik afsloeg omdat ik nog steeds een pion voor stond. Dat had ik beter kunnen accepteren, want weer een paar zetten later bleek dat ik voor mijn overigens zeer sympathieke tegenstander een feilloos en onvermijdbaar zelfhelpmat had geconstrueerd.


Tony stuitte ook op onverwachte tegenstand, maar geduldig voerde hij de druk op en langzaam maar zeker mangelde hij zijn tegenstander.










Toen stond het weer gelijk en was alleen de partij van Patrick nog aan de gang. Die was met een stuk minder in een eindspel terechtgekomen waarbij hij ondanks de 10 seconden bonus die hij er per zet bij kreeg niet meer boven de minuut bedenktijd kwam. Dit kon natuurlijk niet meer goed aflopen en eindelijk kwam er eens een verwachting uit.

Jan.

OSBO 2017/2018

Het seizoen zit er weer op en het heeft niet gebracht wat we ervan hadden verwacht.

Het eerste team ging voortvarend van start en won zijn eerste twee wedstrijden, maar daar bleef het bij. Mede debet daaraan is ongetwijfeld de moeite die teamleider Fred meestal had om een team samen te stellen. Ziektes, vakanties en andere redenen tot afmelding zorgden ervoor dat het team geen enkele keer in de beoogde opstelling speelde. Om zes keer met een compleet team te kunnen opdagen, moesten er twaalf spelers worden ingezet. Fred was de enige die er alle keren bij was, Tony is hier met 3½ uit vier topscorer.


Het tweede team was het prettigst om er teamleider van te zijn. 4 mannen van stavast, gezond en honkvast, bazen van hun goed ingevulde agenda, stonden elke wedstrijd paraat en pal en geen enkele invaller was nodig om zes keer een compleet team op de been te brengen. 
In de voorlaatste ronde stond het nog op de eerste plaats, maar na een 1½ - 2½ nederlaag tegen Zevenaar 4 eindigde het als derde.  
De eerste helft van de competitie verraste Frank vriend en vooral vijand met een vreugdevolle score. 
Daarna ging het minder voorspoedig maar zie, toen kwam Steffen, die met drie nullen was begonnen, op dreef. Albert kan terugkijken op een zeer geslaagd seizoen. Met vijf uit zes werd hij topscorer niet alleen van het tweede, maar ook van zijn klasse. Klasse, Albert.



Ook team 3 verscheen geen enkele keer in zijn sterkste opstelling. Tegen het kinderteam van Velp was dat geen probleem, maar tegen de oude rotten van Theotorne delfde het twee keer het onderspit, wat jammer was, maar geen ramp. Rampzalig waren wel de wedstrijden tegen die kinderen uit Velp. Het kost je twee vrijdagavonden, je speelt twee wedstrijden waar weinig lol aan te beleven valt en ook al win je die,  je schiet er geen reet mee op. Zo won Joke twee keer van zo’n kind en een keer van een volwassene. Dat levert haar een TPR van 800 op.
Fons won twee keer van een kind en speelde remise tegen een volwassene: TPR 425.
Wat een waanzin!